Gastcolumn van Jan Prins, auteur van ‘Nu Even Stil’

Column: van de lift in de drup

Het is vrijdagochtend. Donkere wolken pakken zich samen boven IJburg. Ik hoor in de verte rommelende donderslagen. Vet! Ik hou van woest weer. Bliksemschichten die langs de hemel schieten en overweldigende stortbuien geven me een gevoel van bewondering en ontzag voor de natuur. Ik wil naar buiten en de liefde bedrijven met de talloze regendruppels. Vervolgens loop ik mijn appartement uit op weg naar de lift. Plotseling sta ik oog in oog met de buurvrouw. Ze begroet me eerst vriendelijk en begint daarna te klagen: ‘Goedemorgen Jan, wat is het toch verschrikkelijk weer buiten hè?’ Voordat ik antwoord kan geven horen we: Ping! De liftdeur gaat open en we stappen in richting begane grond.

Oordelen zijn gedachten

‘Goedemorgen buurvrouw. Nee, ik vind het weer niet verschrikkelijk. Het weer is zoals het is en verschrikkelijk is een oordeel van je denkvermogen’, komt er opeens uit mijn eigenwijze mondje. Waarop ze verbeten reageert: ‘Ja, als je zó gaat leven wordt alles wel heel makkelijk!’ Ik glimlach en zeg plagerig: ‘Nou dat klopt!’ Ping, de liftdeur gaat weer open en mijn buurvrouw rent via de voordeur van onze entree van de flat al grommend de regen in.

Weerpraatjes

Grappig hoe je soms een totaal andere mening kunt hebben dan een ander. Ik associeer regen nooit met het woord ‘verschrikkelijk’. Ik denk eerder aan ‘verkwikkend’ of ‘verademend’.
Maar ja … wie ben ik? Is een woord überhaupt niet op z’n allerbest een verwijzing? Wat de één fantastisch weer kan vinden, kan iemand anders verschrikkelijk weer vinden. Als je graag op een terrasje zit, zul je een andere mening hebben dan de hovenier die op een buitje voor z’n tuin zit te wachten. Wie heeft er in dit voorbeeld de juiste beschrijving? Jij of de hovenier? Of geen van tweeën of allebei?

Wat is meditatie?

Ping, de liftdeur gaat opnieuw open en ik sta nog steeds in de lift. Shit, vergeten om uit te stappen. Ik hoor de regen meedogenloos tegen het raam van onze entree kletteren. Vanuit het raam zie ik wolken in de lucht voorbij razen waaruit ontzettend veel regen valt.
In mijn bovenkamer dondert het ook! Gedachten schieten als bliksemflitsen door mijn hoofd. De oorzaak hiervan heeft een naam: Sri Nisargadatta Maharaj. Wat me bezighoudt is een stukje wat ik gelezen heb in zijn boek Ik Ben/Zijn. De Indiase goeroe gaf antwoord op de vraag van een bezoeker wat meditatie nou precies is. Zijn reactie was radicaal, maar glashelder: ‘Er is slechts één meditatie: de drastische weigering om gedachten in huis te hebben. Vrij zijn van gedachten is meditatie!’
Wow! Geen speld tussen te krijgen. Wat zou ik zelf daarop geantwoord hebben? En opeens wordt het stil in me … héél erg stil!

Vanuit de stilte

Na een paar minuten komt er vanuit het niets een antwoord in me op: ‘De oneindige openheid waarin je vrij bent van gedachten zal zich onverwachts tonen en je zult die herkennen door een intense stilte. En die openheid is ook hier wanneer er wél gedachten zijn’.
Ik weet uit eigen ervaring dat dit antwoord klopt. Des te meer een reden om het antwoord direct te vergeten. Want als iets duidelijk is zijn er geen verklaringen en bevestigingen meer nodig. En dan wordt het stil.

Meisjes met witte parapluutjes

Ondertussen stort de regen als een waterval neer op ons appartementencomplex. Ping! De lift opent zichzelf en de buurmeisjes van vier hoog stormen al lachend uit de vliegende kist. Allebei hebben ze een wit parapluutje bij zich. Schattig. Ik open de voordeur voor de dames en zonder aarzeling rennen ze de regen in. Ze krijsen van geluk en doen een vreugdedansje in de stortvloed van water. Geweldig om te zien! Helemaal één met het bestaan. Geen klaagzang en onderhandelingen met het leven waarom het regent op een zomerse dag. Geen gebrom en gegrom. Volledig aanwezig met wat-er-hier-nu-is.

Verdwijnen 

Ik stap ook ontspannen naar buiten. Talloze regendruppels dalen op me neer. Ik doe mijn ogen dicht en haal een diepe, reinigende ademhaling. Er gaat iets open bij me vanbinnen, waarin alle gedachten en emoties oplossen. Ook ik verdwijn. Een oneindige openheid blijft over …

Meer van en over Jan Prins op nuevenstil.nl en facebook.com/nuevenstil

Gastcolumn van Steven Noomen

Vrij leven

Je kunt wel gezien hebben en heel goed weten dat het ‘ik’ maar een gedachte is, en misschien heb je het zelfs wel duizend keer aan anderen verteld, maar dat betekent nog niet dat de intentie om voor dat vermeende ‘ik’ te leven niet meer in je bestaat.

Het is niet zozeer het inzicht zelf dat telt, als wel hoe je dat in praktijk brengt, hier en nu. Steeds opnieuw. De neiging is om alleen in je bewuste gedachten te kijken, en dan te geloven dat dat alles is waar je mee te maken hebt. Maar dat is te gemakkelijk. Zo werkt het niet, want er spelen vrijwel altijd ook intenties mee uit het niet zo bewuste deel van je gedachtenwereld.

 

Test jezelf maar eens door hardop te zeggen “Dit moment ervaren, helemaal zoals het is, is mijn allerdiepste vervulling”. Als je dan daarna stil bent, en innerlijk luistert en voelt of je dat inderdaad oprecht meent, dan zul je bijna altijd een stemmetje horen dat zegt “Nee, ik wil…” en dan een of ander verhaal. Er is immers altijd wel iets dat nog beter kan, en het zit er er nu eenmaal erg diep in om niet helemaal blij en tevreden te zijn met hoe het is.

 

Is het dan de bedoeling dat we via zelfrealisatie volkomen tevreden moeten worden? Nou, ja en nee. Dat tevreden zijn kun je niet afdwingen. Ook niet met een inzicht. Maar wat wel kan is iedere keer opnieuw volkomen eerlijk zijn met die ontevredenheid. We moeten geen innerlijke vrede zien te vinden in plaats van die ontevredenheid, maar innerlijke vrede met wat is, dus ook met die ontevredenheid, want die is al deel van je ervaring. Zo krijgt het de ruimte waarin het kan transformeren, en daarmee breekt dan de gewoonte om stiekem toch voor dat ‘ik’ te leven stukje bij beetje af.

 

Op het moment dat je eerlijk bent met jezelf, en dus ook dat ontevreden stemmetje oprecht als een deel van je ervaring hier en nu erkent, dan is het okee. Dan mag het zijn. Dan ben niet een probleem aan het oplossen, negeren of ontkennen, maar dan ben je als een moeder die haar huilende kind in de armen neemt en met haar glimlach de boodschap geeft van “huil jij maar, dat is okee”, dus zonder te willen maken dat hij ophoudt. Onvoorwaardelijke aandacht. Als je zo omgaat met dat stemmetje in jezelf, dan is er ook ruimte om je hart te voelen en naar de buitenwereld te laten uitstromen, zonder dat je je door dat eisende stemmetje laat beïnvloeden of afleiden.

 

Maar blijf wel opletten, want zo gauw je je maar even toch door dat stemmetje laat beïnvloeden, dan leef je toch alweer voor dat ‘ik’ met al zijn eisen en problemen, en dat kun je je gewoon niet permitteren, want je hebt al gezien hoe dat lijden in stand houdt en het natuurlijke uitstromen van je hart in de weg staat.

 

Niet doen. 🙂

Een recent gesprek wat PK had met Steven luister je hier: